Wandeling
Z+ wandelroute (12km)
Z+ staat voor 'zitten met een plus'. Op 5 locaties langs deze route werden bijzondere zitobjecten geplaatst, ontworpen door designers en gerealiseerd door lokale makers. Het bijzondere landschap van onze gemeente, in het hart van de Vlaamse Ardennen, staat centraal. De unieke zitobjecten, ontworpen door Jan Detavernier, Marthe Vanthuyne, Karel Verhoeven, Floris Vincke & Thijs Urban, maken de beleving van het eindeloze landschap compleet en geven een extra aan de stop onderweg. Volg achtereenvolgens de knooppunten 47, 72, 83, 84, 44, 45, 46, 56, 45, 44, 43, 42, 41 en 47.
Z+ wandelroute (12km)
Bezienswaardigheden
-
Een mooie lindendreef leidt je tot aan de Onze-Lieve-Vrouw La Salettekerk, de parochiekerk van Louise-Marie, een gehucht op de grens van Maarkedal en Ronse.
De parochie Louise-Marie ontstond rond 1850 uit de natuurlijke, sociale en geografische verbondenheid van inwoners uit de gemeenten Ellezelles, Ronse, Nukerke, Schorisse en Etikhove.
De eerste steen van de kerk werd gelegd in 1850. Dat de eerste Belgische koningin, Louise Marie van Orléans, overleed op de dag van de eerstesteenlegging van de kerk, zou de naam van de parochie Louise-Marie kunnen verklaren, hoewel dit niet zeker is. De kerk werd ingewijd in 1853, maar kende daarna nog verschillende verbouwingen. Zo dateert de klokkentoren, in neoromaanse stijl, uit 1899.
De kerk heeft een orgel van 1864, gebouwd door Maximilien Van Peteghem uit de bekende familie kerkorgelbouwers. -
Floris Vincke en Thijs Urban, een architectenduo uit het Gentse, ontwierpen een mooi geïntegreerd bakstenen tapijt langs de trage weg. De jury loofde het mooie evenwicht tussen een interessant beeld enerzijds en een functionele toepassing anderzijds. De visie van de jonge architecten: 'Eerder dan het toevoegen van een meubel in het landschap, kan het landschap hier zelf meubel worden. Het specifieke, herkenbare profiel van dit pad wordt gebruikt als mal. Dit levert een meubel op dat niet zomaar in een andere context geplaatst kan worden, maar verankerd ligt in het landschap.' Het ontwerp werd gerealiseerd door David Van der Bruggen, een lokale aannemer.
-
De Taaienberg, één van de beschermde kasseistroken in Maarkedal, is niet weg te denken uit de Vlaamse wielerklassiekers. In 1974 werd deze helling voor het eerst beklommen in de Ronde Van Vlaanderen; intussen staat de teller op ruim 40 passages. De Taaienberg wordt genoemd als favoriete helling van oud-wielrenner Tom Boonen, die er steevast zijn eigen benen en die van de concurrentie testte. Als
populaire plek voor ontsnappingen is deze helling vaak cruciaal voor het koersverloop. Tijdens de wandeling kruisen we de bovenkant van de Taaienberg. -
De nieuwe Bossenaarmolen werd in 1996 opgericht op de heuveltop van de Bossenaar. Hij staat daarmee ongeveer op dezelfde plaats als de oude, in 1939 verdwenen, Bossenaarmolen.
Deze houten windmolen bestaat uit een grote vierkanten eiken kast die rust op een zware spil of staak, waarrond de kast kan draaien. Onderaan deze standaardmolen of staakmolen werd een kleine bergplaats gebouwd zodat men spreekt van een gesloten staakmolen. De naam verwijst naar de plaatsnaam Bossenaar. -
Marthe Vanthuyne uit Sint-Amandsberg vond een goede functionele toepassing voor de Bossenaarmolen, in de vorm van een trap die tevens dienst doet als zitplaats: 'Eens boven gaat de houten trap vloeiend over in een zitbank om te genieten van het prachtige uitzicht enerzijds en het erfgoed (de molen) anderzijds.' Marthe sleepte met dit ontwerp ook de bijzondere prijs 'André Verroken' in de wacht. André Verroken, inwoner van Maarkedal en bekend vormgever, noemde haar ontwerp een eenvoudig maar heel krachtig idee, dat nog versterkt wordt door het contrast met de molen. ‘Op stap’ werd uitgevoerd door lokale maker Herman Interieur.
-
Aan een bocht in de Kerkemstraat, omringd door weides en verscholen achter een aantal jonge bomen en struiken, ligt een mooi plekje. Voor deze plek ontwierp Karel Verhoeven ‘Drieluik’. Enerzijds refereert het ontwerp naar het concrete: zitten, tafelen; anderzijds is de realisatie een vrij spel van lijnen en vlakken, doorzichten en opzichten, horizon versus nabijheid. De ontwerper stond zelf in voor de realisatie.
-
In Kerkem vinden we een zeer typisch landelijk kerkje, de romaanse Sint-Pieterskerk. Over de oudste bouwfasen zijn weinig gegevens voorhanden. In de achttiende en negentiende eeuw volgden zowel kleine als meer ingrijpende aanpassings- en herstellingswerken.
De onderbouw van de toren en van een deel van de beuk is deels opgetrokken uit veldsteen en ijzerzandsteen, mogelijk recuperatiemateriaal van een aanvankelijk bouwwerk uit de romaanse of vroeggotische periode.
Binnenin vinden we waardevol zeventiende- en achttiende- eeuws meubilair, waaronder houten beelden van Onze-Lieve-Vrouw en van Sint-Blasius. De rijk gesculpteerde preekstoel dateert van 1687. Ook het orgel is zeventiende-eeuws.
Het kerkje werd samen met het kerkhof en de kerkhofmuur in 1976 beschermd. Recent werden grondige restauratiewerken uitgevoerd. -
Karel Verhoeven ontwierp voor het kapelletje aan het Leideveld twee bakstenen trapjes, vanwaar het genieten is van het landschap. Het gaat om een zeer subtiele ingreep. De zittrapjes zijn uitgevoerd in hetzelfde materiaal als het negentiende-eeuwse, intussen gerestaureerde, kapelletje ernaast. Tegelijk werden aan het kapelletje een aantal summiere elementen toegevoegd in messing, waardoor de nieuwe zitbanken verwijzen naar het oude kapelletje en omgekeerd. Dit ontwerp werd uitgevoerd door Hofke ter Musse.
-
Langs de Boskantdreef groeit een ‘Deurnis’, een portaal naar de natuur en een plek die je even mag doen twijfelen of het pad reizen betekent … Geborgen in zijn nis wordt de vlucht bepaald. De ontwerper Jan Detavernier stond zelf in voor de realisatie.