Wandeling
Kampenroute
Wie naar Herzele komt trekt maar beter zijn wandelschoenen aan. De talrijke wandelroutes doorheen de verschillende deelgemeenten zijn het ontdekken waard! Deze uitgestippelde route start aan het Erfgoedhuis De Pastorij in Borsbeke. Her traject loopt door het glooiende landschap met mooie natuur, veel indrukwekkende vergezichten en idyllische plekjes. De wandeling is bewegwijzerd (blauw) en gaat langs verharde wegen.
Kampenroute
Bezienswaardigheden
-
De Sint-Antonius-Abtkerk van Borsbeke is één van de mooiste kerken van Zuid-Oost-Vlaanderen en was eeuwenlang een druk bezocht bedevaartsoord. De geschiedenis van deze bidplaats gaat terug tot de 12e eeuw. De kerk onderging door de eeuwen heen verschillende herstellingen en verbouwingen. De merkwaardige vierkante vieringtoren, die overgaat in een achthoek, is deels nog een restant van de Romaanse toestand. In 1902 kreeg de kerk haar huidige uitzicht.
De verering van Sint-Antonius in Borsbeke, de heilige met een Tau-kruis als staf en een varken aan de zij als attributen, was in de 15e eeuw al tot ver buiten de parochiegrenzen bekend. In een Gentse lijst van strafbedevaarten uit 1450 staat Borsbeke tussen de belangrijkste Vlaamse bedevaartsoorden. Een bezoek aan deze prachtige kerk is een aanrader.
Ga van hieruit richting Aalst en neem het tweede baantje links. -
Het witte herenhuis, met smeedijzeren afsluiting ervoor en een grote achterliggende tuin (warande), is van in de 19e eeuw een bezit geweest van telgen uit de bekende notarissenfamilie De Vuyst. Een illustere bewoonster was "juffrouw Marie De Vuyst", ze was begin vorige eeuw o.a. medestichteres van de Boerinnenbond en het tijdschrift De Boerin. Ze organiseerde in Borsbeke de voedselbedeling tijdens WO I en organiseerde als eerste in België de kinderbeweging. Tijdens de meidagen 1940 moet het gebouw, gelegen aan een provinciale baan, indruk hebben gemaakt op de oprukkende Duitsers. De generale staf/ober-commando van luitenant-generaal Con Biesen nam er tijdelijk zijn intrek. Dorpsonderwijzer Everist De Meerleer en enkele dorpsnotabelen werden er als gijzelaars vastgehouden.
-
De devotie voor Sint-Antonius-Abt in Borsbeke uitte zich in talrijke gevelkapelletjes en aan het einde van de Sint-Antoniusdreef staat de Sint-Antoniuskapel. Ze werd opgetrokken bij een nog bestaande bron die zich achter de kapel bevindt. In de verweerde zandsteen boven de toegangsdeur staat een chronogram gebeiteld met de volgende tekst:
“VernIeUWt en herMaeCkt ten koste Van De kerCk Van borsbeke”. De optelling van de Romeinse cijfers geeft het getal 1731, het jaartal van herstel. Het uitgestalde Sint-Antoniusbeeld is een kopie, het originele beeld is veilig opgeborgen in de kerk. Het water uit de bron zou een heilzame werking bezitten voor mens en dier, al is het nu toch niet meer aangeraden het te drinken. De goed onderhouden kapel wordt nog regelmatig bezocht door gelovigen. -
In het bos rechts van de weg, dat tot in begin de jaren '90 weiland was, bevinden zich ondergrondse restanten van een buskruitdepot uit de 19e eeuw. De site wordt plaatselijk 't Poerkot genoemd en is nog exact te lokaliseren in het bos. Het laatste kwart van de 19e eeuw was een politiek onstabiele tijd in Europa met sociale onvrede. België bouwde forten en ging zich sterker bewapenen. In 1884 verleende de gemeente Borsbeke aan J. Flaam, een Luikse handelaar in buskruit, een machtiging tot oprichting van een buskruitdepot op de Tichelskouter. Er waren wel voorwaarden aan verbonden: permanente bewaking, dijken en een palissade rond de half ondergrondse bunker en er mocht nooit meer dan 3000 kilogram buskruit worden opgeslagen. De bevolking van Borsbeke diende een jaar later al klacht in dat de uitbatingsvoorwaarden niet werden nageleefd en de rijkswacht van Herzele kreeg de opdracht om de bewaking van de site te verscherpen. In 1889 nam een Duitse firma uit Pruisen de concessie over, maar omdat de rentabiliteit te laag was stopte enkele jaren later er het stockeren van buskruit.
-
Hier op de uitloper van de Kampenheuvel, grondgebied Burst (Erpe-Mere), waar het wandeltracé een scherpe bocht maakt, is er een prachtig zicht op de omgeving. Tot de jaren '70 werd hier, door steenbakkerij Danckaert, klei gedolven. Nadien werden de diepe kleiputten gedempt met afval en huisvuil. Hier en daar zitten nog ontluchtingsbuizen. In die periode, waarin milieuschandalen in Mellery en Lekkerkerk de krantenkoppen haalden, ontstond ook hier een controverse waarbij het ongecontroleerde stortgedrag toentertijd in vraag werd gesteld. Tijdens kleiontginningen werden tal van archeologische vondsten gedaan o.a. Romeinse waterputten, een bewijs van vroege bewoning in deze omgeving.
-
Het is niet verwonderlijk dat er op deze hoog gelegen kouter tot 1941 een windmolen stond. De houten Kampenmolen werd hier eind 18e eeuw opgericht, maar waaide in 1800 tijdens zwaar stormweer omver. Kort daarna werd op dezelfde plaats een kleinere houten windmolen opgetrokken. In 1902 werd de molen getroffen door de bliksem en als bij wonder overleefden drie aanwezigen het onheil en konden ze de ontstane brand blussen. De Duitse bezetter zag tijdens WOII het strategische nut van de Kampenheuvel met zijn vergezichten goed in. Verspreid over de heuvelrug werden houten uitkijktorens gebouwd en links van de molensite waren Duitsers, in het voorjaar van 1944, gestart met de aanleg van een observatie- en doorseinpost. Door het keren van het oorlogstij kon de ondergrondse schuilplaats, verbonden met een gangenstelsel, maar deels worden uitgevoerd. Voor het realiseren van deze communicatiepost hadden de Duitsers vrachten cement laten opslaan in schuren van nabije hoeves. Kort na de bevrijding werden de houten torens afgebroken en het gangenstelsel gedempt met puin en afval. De opgeslagen cement werd destijds o.a. gebruikt voor de aanleg van het Vredesstadion, met wielerpiste en staantribune.
-
Op dit kruispunt waar eertijds de heerweg en een verbindingsweg Borsbeke/Sint-Lievens-Houtem elkaar kruisten stond een lindeboom als grensboom, vandaar de vroegere benaming 't lindeken. Volgens oude volksverhalen, verteld tijdens de lange winteravonden rond het haardvuur, was dit een verzamelplaats van heksen en duivels. Ook "Kledden", een individu gehuld in een dierenvel, zou er zich verborgen hebben gehouden om bij duisternis op de rug van passanten te springen, bij het uiten van angstaanjagende geluiden. Op de plaats waar vroeger de lindeboom stond heeft de heemkundige kring van Sint-Lievens-Houtem een monumentje opgericht met data en verwijzing van galgenplaatsen hier in de buurt.
-
Om het levensgrote monument van een Romeins legioensoldaat in volle gevechtsuitrusting te bewonderen moet men even het wandelparcours verlaten en tot een pleintje op grondgebied Sint-Lievens-Houtem stappen. Voor de Houtemse kunstenaar Robert Goossens was dit een uitgelezen locatie om zijn monumentaal werk een plaats te geven. De talrijke archeologische Romeinse vondsten en de aanwezigheid van de eeuwenoude heerweg hier in de buurt rechtvaardigen die keuze. Tot eind 18e eeuw was de heerweg een belangrijke verbindingsweg. Op de Ferrariskaart van 1776 staat de weg ingetekend als "Grand Chemin d'Audenarde à Alost".
-
In het bos, naast de plaats waar de oude tramzate onder de stenen brug door loopt, werd vroeger lediaan zandsteen gedolven, vergelijkbaar met deze uit Balegem. Op enkele plaatsen van de heuvelflank is de leemlaag minder dan 1 meter dik en waren de onderliggende geologische gevormde lagen gemakkelijk ontginbaar. Vandaar dat er in de omgeving ook een aantal zavelputten waren en dat er bij het ploegen heel wat keien aan de oppervlakte verschijnen. Nu ligt de tramzate, die omgevormd werd tot fiets- en wandelweg, er vredig bij en zijn de begroeide bermen een ideale schuilplaats voor allerlei dieren.
-
De zuidelijke gerichte helling van de Kampenheuvel is door zijn ondergrond en ligging uitstekend geschikt voor wijnbouw. Een activiteit die terug is van weggeweest. Enkele toponiemen verwijzen ook in Herzele naar een vroegere aanwezigheid van wijngaarden. Ressegem had tot in de 19e eeuw zelfs een Wijngaardstraat. Herzele heeft momenteel drie wijndomeinen, waarvan Pres de Gand in Borsbeke, met zijn wijngaard van 4,5 ha, de grootste is. Het domein beschikt over een eigen druivenpers en een bottelarij. De opbrengst van één druivelaar is goed voor de productie van ca. één fles wijn.
-
Het stadion met voetbalveld en betonnen wielerpiste, werd kort na WO II aangelegd door een regiment Schotse bevrijdingssoldaten, vandaar de vroegere benaming "Vredesstadion". In 2018 werd de site omgebouwd tot een modern outdoor-sportcomplex dat de benaming "Sportpark De Vrede" kreeg. Het complex bestaat uit een A-terrein met kantine en staantribune, een kunstgrasveld voor balsporten, oefenterreinen en een omnipiste voor fietsers, skeelers en joggers. Voetbalclub KVC De Toekomst heeft er zijn thuishaven. De clubkleuren zijn wit en zwart en de spelers dragen hierdoor de koosnaam Zebra's.
Tijdens de herdenking van 100 jaar wapenstilstand WO I werd op de site, in november 2018, een vredesboom geplant.