Wandeling
Buysemolenroute
Wie naar Herzele komt trekt maar beter zijn wandelschoenen aan. De talrijke wandelroutes doorheen de verschillende deelgemeenten zijn het ontdekken waard! Deze bewegwijzerde route, met halverwege een rustplaats aan de Buysemolen, brengt de wandelaar langs oude hoeves en relicten waar kerk en adel destijds machtsspelletjes speelden en het landschap verrassende vergezichten biedt. De wandeling is bewegwijzerd (geel) en gaat langs verharde en onverharde wegen. Na regenweer is waterdicht schoeisel aanbevolen. De wandelroute kan ingekort worden naar 5,6 km.
Buysemolenroute
Bezienswaardigheden
-
Begin 13de eeuw kwam het dorp, dat tot dan deels Ransbecca heette, onder de invloedsfeer van twee machtige abdijen. In het noorden, met als kern het Hof te Roeselare, de abdij van Ninove en in het zuiden, met als kern het Hof te Ransbeke, de abdij van Nijvel. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de parochiekerk toegewijd werd aan Sint-Gertrudis van Nijvel. De patroonheilige werd o.a. aangeroepen bij muizen- en rattenplagen. De kerk kende een eigenaardige bouwgeschiedenis. Het oorspronkelijke schip was westwaarts gelegen en bij grootschalige verbouwingen in 1846 bleef de toren bewaard en werd het huidige schip oostwaarts opgetrokken. De toren vertoont aan de westkant nog bouwsporen. De kerk bezit een beschermd orgel en fraai eiken koorgestoelte met lambrisering.
De dorpsherder en de kloosterzusters hoefden enkel de Ransbeekstraat over te steken voor de erediensten. De oude pastorie krijgt een andere bestemming en wordt het Natuur.huis. Het voormalige kloostergebouw is nog herkenbaar aan een gevelnis met heiligenbeeld.
Aan de zuidelijke toegang van het achtergelegen kerkhof werd een hardstenen oriëntatietafel geplaatst, vanwaar men een panoramisch zicht heeft over de Beverbeekvallei en bij helder weer een vergezicht op de Oudenberg van Geraardsbergen. -
Het natuurgebied Duivenbos (ca. 11 ha) is een bronnengebied in het keteldal waar de Ransbeek ontspringt. Dit gebied met sterke hoogteverschillen bestond uit bos en weiland. Vanaf 1994 kocht Natuurpunt er een aantal percelen die ze beheren. Enkele weiden ervan werden, door een natuurlijk proces, struwelen met bramen en struikgewas. Anderen worden beheerd als hooiweiden of begraasd door dieren. De houtwallen in meidoorn, die vroeger als omheining dienden, zijn er belangrijke landschapselementen en vormen een zeer waardevol biotoop voor heel wat dieren. Ook de eikelmuis, die dit natuurgebied als mascotte heeft, voelt zich er prima thuis. Natuurpunt Herzele geeft er geregeld boeiende rondleidingen.
-
In de Huigeveldstraat, waar een veldweg start die naar het Duivenbos leidt, staat een drie meter hoog houten kruis dat in 1900 werd opgericht ter herinnering aan een succesvolle missieweek in het dorp. Tijdens de missiedagen kwam een pater, veelal van de orde van de Redemptoristen, massaal bijgewoonde gebedsdiensten en preken houden, met de bedoeling geld in te zamelen voor het missiewerk. Het bijwonen ervan en een gulle schenking leverde de gelovigen een volle aflaat op.
-
Van op de veldweg, links van het voetbalterrein van Sint-Antelinks, heeft de wandelaar zicht op de voormalige abdijhoeve Hof te Roeselare. Deze vroegere pachthoeve, met een kolossaal poortgebouw en opvallende duiventoren, wat tot de Franse revolutie, een bezit van de Ninoofse Norbertijnen. De eertijds omwalde en versterkte vierkantshoeve had in 1431 een grondbezit van 87 ha. Een grote kapel in de buurt, die op heel wat oude kaarten staat ingetekend, is reeds lang verdwenen, maar de omgeving wordt nog altijd " 't Oud Plosken" genoemd.
-
De Oude Bosstraat, tussen Woubrechtegem en Sint-Antelinks en die nu het uitzicht heeft van een brede veldweg in een sterk glooiend landschap, was eeuwenlang een belangrijke verbindingsweg. De weg liep destijds dwars door het Kloosterbos richting Ninove, vandaar de benaming Bosstraat. Het bos, dat in 1644 ca. 38 ha groot was, bestond hoofdzakelijk uit eiken en beuken en staat ingetekend op de Ferrariskaart van 1775. Het bos dat eveneens eigendom was van de abdij van Ninove werd, samen met andere abdijgoederen, door de Franse bezetter eind 18de eeuw geconfisqueerd en openbaar verkocht. Dit "Zwarte goed" viel veelal tegen een prikje in handen van gewetenloze opkopers, die in opdracht handelden van de rijke burgerij. Midden 19de eeuw werd het eeuwenoude bos gerooid.
-
Van op de sterk hellende en hoger gelegen Hellestraat heeft de wandelaar een goed zicht op de vallei van de Oppelbeek. De oude gebouwen van de historische hoeve Hof 't Oppelbeke zijn er onmiskenbaar de grote blikvangers. De imposante hoeve, waar al minstens 650 jaar grootschalig aan landbouw wordt gedaan, was in de feodale periode een belangrijke kern in de heerlijkheid Hollebeke. De hoeve had heel wat bekend klinkende familienamen als eigenaar o.a. Borluut, Lanckhals, Van Pottelberghe en De Kerckhove.
-
Op de top van de heuvel, op het einde van de Hellestraat, stond tot 1923 een houten staakmolen en was oorspronkelijk een bezit van de heren van de heerlijkheid Hollebeke. Een paar molenstenen zijn bewaard gebleven. Van deze Hollebekemolen, waar geen enkele foto van bestaat, weten we dat hij in 1580 door soldaten in brand gestoken en dat de molenaar werd vermoord. De hoeve, met mooie zonnewijzer op de gevel van het woonhuis, is het voormalig molenhuis. Deze omgeving biedt verrassend mooie vergezichten.
-
De Buysemolen is één van de drie maalvaardige windmolens op grondgebied Herzele. Hij werd in 2008 heropgebouwd, op een molensite waar al eeuwenlang een korenwindmolen had gestaan. De eerste vermelding van een molen op deze plaats dateert van 1428. Hij was toen al, onder de benaming Molen ter Rijst, eigendom van de abdij van Ninove. In 1798 werd hij, net als het Hof van Roeselare, door de Fransen openbaar verkocht. De latere en huidige benaming Buysemolen kreeg hij nadat de molenaarsfamilie Buyse de molen in 1817 kocht en hem tot 1949 in werking hield. Als voormalige abdijmolen behoort hij tot de oudste en best bestudeerde en beschreven molens uit de regio. Hieruit blijkt dat niet minder dan 21 molenaars er tussen 1428 en 1949 graan maalden.
-
Aan deze plaats op het Rijstveld, waar al sinds mensenheugenis een linde staat, is een gebeurtenis verbonden die begin vorige eeuw het gespreksonderwerp was in de omliggende dorpen. Op een namiddag in februari 1900 keerde Lowieken de leurder, een kranige tachtiger die nog dagelijks met zijn korf op pad ging, terug naar zijn verblijfplaats in Woubrechtegem. Ter hoogte van de lindeboom werd hij opgewacht door struikrovers, neergeslagen en beroofd van zijn laatste centiem. Een boer trof hem bij valavond hevig bloedend en kermend aan. De brave sukkelaar stierf een paar dagen later aan de opgelopen verwondingen. De daders werden nooit gevat. Als aandenken aan deze laffe roofmoord werd op de linde een kruisbeeld genageld. Buurtkinderen gingen er decennia lang geplukte veldbloemen neerleggen en vertelden het verhaal van deze mysterieuze moord door aan hun speelkameraadjes.
-
Net voor de bebouwing in de Mutsaardstraat leidt een voetwegje de wandelaar naar een houten loopbrug die de loop van een afwateringsgracht volgt. Dit knuppelpad, dat er voor zorgt dat de voeten droog blijven, werd aangelegd op initiatief van de Herzeelse vzw Arpia - kunst met landschap. Het is een ontwerp van de Japanse kunstenaar Masashi Echigo en draagt de naam "Trage Weg". Deze opvallende constructie die een paar knotwilgen omzeilt, is naast kunstwerk ook functioneel om de doorsteek te maken naar Destelberg, een open ruimte met bosjes, weiden en akkerland.